Bijen en vlinders

foto bijBijen en vlinders zijn verbijsterende wezens, ze vliegen van bloem tot bloem om nectar op te halen. Hierdoor nemen ze telkens een klein beetje stuifmeel met zich mee waardoor ze bloemen gaan bestuiven. Deze bloemen groeien uit tot volwaardige vruchten en zaden van onze gewassen.

Bijen

Bijen zijn heel belangrijke wezens zijn voor onze landbouw en botanische biodiversiteit. De honingbij is de meest gekende maar is totaal zijn er bij ons wel bijna 350 verschillende soorten bijen en hommels. Veel ervan hebben een solitaire levenswijze en een specifieke voedselbron. Veel solitaire bijen hebben trouwens ook geen angel (of slechts een kleine) waardoor ze niet kunnen steken.

De laatste tijd hebben bijen het omwille van heel wat redenen moeilijker. Een belangrijk knelpunt voor zowel honingbijen als solitaire bijen is het tekort aan nectar en stuifmeel, vnl. in het najaar. Een extra aanbod aan planten met een goed stuifmeel- en nectargehalte is zeer dus zeer welkom.

Wat kan je doen?

  • Plaats een bijenhotel in de tuin waardoor solitaire bijen een plaats hebben om hun eitjes te deponeren. In het voorjaar leggen ze enkele eitjes (met stuifmeel) en sluiten ze de opening af met wat modder. Het duurt dan tot volgend jaar voor er een nieuwe generatie bijen te voorschijn komt en de cyclus herbegint.
  • Zorg voor voldoende nectarhoudende planten in de tuin die ook zo vroeg en zo laat mogelijk bloemen geven. (vroeg: bv bloembollen en Helleborus, laat: bv Caryopteris en Verbena)

Vlinders

In tegenstelling tot het grote aantal bijensoorten is het aantal inheemse dagvlindersoorten beperkt. Een groot deel van de dagvlindersoorten zijn echter bedreigd door pesticiden en biotoopverlies. Onze tuinen zijn steeds niet meer geschikt voor vlinders. Een kortgeschoren gazon en coniferenhaag is absoluut geen paradijs voor vlinders.

Wat kan je doen?

  • Vlinders aantrekken kan door het plaatsen van geschikte nectarplanten. Vlinderstruik (Buddleia), Verbena bonariensis, roze tuinsedum, Caryopteris, lavendel, kattekruid (Nepeta) zijn voorbeelden van planten die vlinders lokken. Wie het liever iets natuurlijker heeft kan ook kiezen voor Koninginnekruid (leverkruid), kattestaart en marjolein. Distels zijn ook uitstekende nectarplanten maar omwille van hun hinderlijke eigenschappen toch niet echt aan te raden.
  • Naast nectar moeten vlinders zich ook kunnen voortplanten. Op distels leven de rupsen van de distelvlinder en op brandnetels komen zowel dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia als landkaartje voor. Laat daarom eens in een hoekje wat brandnetels staan. Klaversoorten zijn dan weer geschikt voor icarusblauwtjes, Hoge wilde grassen vormen de voedselplanten voor de zandoogjes. Laat daarom hier en daar een stukje gazon ongemaaid, zodat vlinders er hun eitjes kunnen afzetten. Minder werk, en meer eten voor de vlinders. In het najaar kan je dit stuk best wel maaien om verruiging tegen te gaan.

Contact informatie