De brug in Pollare

Brug Pollare

Gelegen aan de vroegere “Zwarte Flesch”, een afspanning waar schippers en paarden konden bijkomen van de geleverde inspanningen, verbindt dit paraboolvormige bruggetje Pollare op de rechteroever met Appelterre op de linkeroever.

Er was eens…

…een eerste brug over de Dender, gedateerd op de 13de eeuw. Toen de brug verdween, werd deze vervangen door een veerpont. We weten dat er in 1672 al een veer lag aan de oever van de rivier, zodat passanten en vee konden worden overgezet en beide oevers van de rivier konden worden begraasd.

Bij het veer lag ook een herberg, “’t Schuyt” genoemd. Tijdens de kanalisatiewerken van de Dender in 1863 werd de herberg herdoopt tot “’t Oud Schuyt”, maar door de kanalisatie lag ’t Oud Schuyt niet langer aan de Dender zelf, maar wat verderop. Er kwam een nieuwe herberg aan het water: “In de Zwarte Flesch”. De herberg diende als overnachtingsplaats voor schiptrekkers en schippers. Er waren ook stallingen voor de trekpaarden en een kleine loskade waar vooral kolen werden gelost.

Ook de veerdienst bleef behouden en kende zelfs een groeiend succes door de opkomst van de pendelarbeid naar vooral Wallonië. Vele arbeiders uit Pollare namen immers de trein in het station van Eichem. De veerdienst bestond uit niets meer dan een platte, ijzeren bak, met daarin plaats voor een tiental personen. “De Schuyt” werd voorgetrokken aan een kabel over het water. De veerman van dienst was de herbergier en laatste eigenaar van de Zwarte Flesch, Talis (Vital De Jonghe). In 1905 stond de bouw van een “passerelle” voor het eerst op de agenda van de gemeenteraad, maar door politieke onenigheid duurde het tot 1913 voor de ijzeren brug een feit was. Bij het bouwen ervan verkocht Talis zijn hebben en houden en verliet, verbitterd, voorgoed de streek. Hij had immers gezworen nooit een voet op de nieuwe brug te zetten, en hij hield woord…

Gelukkig kwam de brug ongeschonden uit de Eerste Wereldoorlog. Tussen beide Wereldoorlogen groeiden de herberg en de ijzeren brug uit tot een populaire trekpleister voor Brusselaars die er visten. Meestal namen de bewoners van de hoofdstad de boerentram om in de Denderstreek te geraken.

Maar ook de Ninovieter kwam graag genieten van de rust in Pollare. Wandelend langs de Dender werd er genoten op een van de vele terrasjes die er ondertussen waren.

De Tweede Wereldoorlog werd de brug bijna fataal. Terugtrekkende Engelse soldaten bliezen op 18 mei 1940 alle Denderbruggen op, ook die van Pollare. Het kunstwerk (een bouwkundige term voor een brug) brak in twee ongelijke delen. Het langste stuk werd hersteld en ondersteund door houten pijlers, de overblijvende afstand werd overbrugd met boomstammen. In 1948 werd de brug uiteindelijk hersteld. Maar in de jaren vijftig keerde het tij. De vervuiling van de Dender deed de Brusselse dagtoeristen wegblijven. Ook de vispopulatie daalde dramatisch. Spijtig genoeg liet de gemeente Pollare, die de brug in eigendom had, ze verkommeren. Na de gemeentefusie speelde Ninove met het idee om de Pollarebrug af te breken en te vervangen door een nieuwe autobrug. Gelukkig werd de dorpskom in 1980 als dorpsgezicht beschermd en de ijzeren voetgangersbrug als monument in 1987 - omwille van haar industrieel-archeologische waarde en omdat ze een van de laatste ijzeren voetgangersbruggen over de Dender is. De brug was gered! In 1994-1995 werd ze volledig gerenoveerd: de landhoofden werden gerestaureerd, de ijzeren brug zelf, volledig opgevreten door roest, werd op een mistige 21 december 1994 met hijskranen opgetild en vervangen door een getrouwe replica.

Nog enkele cijfers? Spanwijdte: meer dan 31 meter, gewicht: 34 ton, aantal klinknagels: 7.875.