Het kasteel van Voorde

Kasteel Voorde

Achter een beboomde dreef staat het kasteel van Voorde, met een bewogen geschiedenis.

De eerste gekende kasteelheer was Zeger van Voorde, die leefde in het begin van de 13de eeuw. Of was het, volgens andere bronnen, Jan van Idegem, die in de 14de eeuw schepen was in Geraardsbergen? Ook een zekere Jan van Oostkerke, het geslacht Tedegemia, de edelen van Gruuthuyse, de familie van Idegem en Roeland van Wedergraete, van wie de grafsteen vóór de kerkdeur ligt, bewoonden ooit het (vroegere) kasteel.

Het huidige kasteel werd opgetrokken in 1539 door Joos van der Meere, maar werd enkele tientallen jaren later, in 1580, in brand gestoken door Gentse rebellen en opnieuw hersteld. Van de oorspronkelijke laatmiddeleeuwse waterburcht met vier hoektorens, gebouwd in traditionele zand- en baksteen, resten nu nog de noordvleugel met toegangspoort, de flankerende torentjes en de twee grote hoektorens, een gedeelte van de oostvleugel en de onderbouw van de zuidvleugel. De rest van de vleugels werd aangepast in 1928, en de ophaalbrug werd vervangen door een vaste toegang. Op de binnenkoer werd in 1827 een dubbelhuis met neoclassicistische inslag gebouwd. Tot in 1736 bleef de burcht bewoond door de familie van der Meere, afstammelingen van de bouwheer. Daarna werd het gebruikt als boerderij door verschillende privé-eigenaars. Nog later werd het een klooster van de “zusters van Vincentius a Paulo” uit Buggenhout, die de gebouwen ook als school gebruikten. Daardoor hebben veel Voordenaren zowel goede als minder goede herinneringen aan “hun” kasteel. In 1974 werd het verkommerde domein gekocht en later gerestaureerd door kunstenaar Yves Rhayé.