Meerbeke
De aankomst van de Ronde van Vlaanderen – van 1973 tot 2011 – maakte deze Ninoofse deelgemeente wereldberoemd. De Sint-Pieterskerk is een van de mooiste barokkerken van het Vlaamse platteland, en het dorpsgezicht is beschermd. Tot 1984 sierde een machtige linde het dorpsplein, waar ook de originele roepsteen bewaard bleef, vanwaar de veldwachter na de hoogmis de berichten omriep. De legende van Sint-Berlendis bracht in vroegere tijden veel bedevaarders naar Meerbeke. Een weetje: het Neigembos ligt eigenlijk voor het overgrote deel op het grondgebied van Meerbeke.
Oppervlakte
1.047 Ha
Naam
"Meerbeke" (in 966: Nerebache, Merbeccam) betekent zoveel als “beek van het moeras” – een beek die door een moerassig gebied stroomt. Volgens een andere verklaring zou de naam echter “grensbeek” betekenen.
Geschiedenis
Het betreft hier een zeer oude gemeente die als landbouwnederzetting zou zijn ontstaan langs een Romeinse weg. Deze baan zou Denderwindeke, via Strijtem en Borchtlombeek, verbonden hebben met de bekende Romeinse heerbaan Asse–Bavai.
In de nabijheid van het kasteel van de heren van Vreckem werden in 1874 voorwerpen gevonden die wijzen op bewoning tijdens de Merovingische periode (5de–8ste eeuw). Dat Meerbeke al zeer vroeg bewoond was, blijkt ook uit de bekende Berlindislegende. Het grondgebied van de gemeente zou in de 7de eeuw hebben toebehoord aan een Frankisch edelman, gevestigd in een versterkte villa, waar later het "Hof ter Winningen" of het "Kasteelke" stond. Deze edelman, Adelardus, zou gehuwd zijn geweest met Nona, de zuster van de H. Amandus. Zij hadden een zoon, Eligard, die sneuvelde in een van de talloze burgeroorlogen uit die periode. Hun dochter Berlindis, “eene verstandige, schoone en deugdzame jonkvrouwe”, diende haar vader, die door melaatsheid getroffen was, “met een waarlijk engelachtig geduld”.
Op een dag viel zij echter onterecht bij hem in ongenade en werd ten voordele van de abdij van Nijvel onterfd. Berlindis verliet het ouderlijk huis en trad toe tot het klooster van Moorsel (Aalst). Na de dood van haar vader keerde zij terug naar Meerbeke, waar ze tot haar dood een leven van versterving en boetedoening leidde. Samen met enkele vrome vrouwen leefde ze volgens de regel van de H. Benedictus en wijdde zich aan armenzorg en ziekenverpleging. Ze at enkel brood en dronk niets dan water, behalve op zon- en feestdagen; ze droeg een haren kleed, sliep op een mat en gebruikte een steen als hoofdkussen. Volgens de volksoverlevering haalde zij haar drinkwater uit een put op een honderdtal schreden ten noorden van de kerk, aan het einde van een voetweg, in de boomgaard van de kinderen Stevens. Reeds tijdens haar leven zou zij de bron zijn geweest van verschillende mirakelen.
Na haar dood kwamen talrijke bedevaarders haar voorspraak afsmeken aan haar graf. Het kerkje dat haar relieken bewaarde, werd – zoals een groot deel van West-Europa – in de 9de eeuw geplunderd en platgebrand door de Noormannen, die met hun slanke oorlogsschepen de Dender opvoeren. Rond 1000 werd deze bedevaartskerk herbouwd; het huidige romaanse koor is hier nog een overblijfsel van. Dat het een belangrijk heiligdom was, blijkt uit de talrijke verbouwingen in verschillende stijlperiodes. Bovendien voegde de abdij van Nijvel een kapittel van kanunniken toe aan de kerk, om het belang ervan te onderstrepen (reeds vermeld in 870).
Alleszins in de 9de eeuw – en misschien al eerder – was Meerbeke in handen van de belangrijke abdij van Nijvel. Hoewel het grootste deel van de gemeente later (12de–13de eeuw) in handen kwam van de wereldlijke heren van Wedergrate, bleven de gehuchten Ternat en Prindaal tot aan de Franse Revolutie (einde 18de eeuw) als kleine lenen afhankelijk van de abdij.
Meerbeke was het enige deel van de baronie van Wedergrate (waaronder ook Denderwindeke, Pollare, Neigem, Appelterre en Eichem vielen) dat op het grondgebied van het hertogdom Brabant lag. Tot het einde van de 18de eeuw was de grens tussen Ninove en Meerbeke dan ook de "staatsgrens" tussen de vorstendommen Vlaanderen en Brabant. Niet verwonderlijk dus dat een wijk vlak bij deze grens nog steeds "Klein-Brabant" heet.
Hoewel Meerbeke de laatste jaren is uitgegroeid tot een belangrijke residentiële gemeente, was het vroeger bijna uitsluitend een landbouwgemeente. Grootste grondbezitster was de abdij van Ninove, een van de grootste Norbertijnerabdijen van België. Zij bezat hier, naast meersen, akkers en bossen, ook twee zeer oude (12de–13de eeuw) pachthoven: het hof te Wol-, Woel- of Wolfputte en het hof te Scalchem.
Beschermde monumenten / landschappen
- Sint-Pieterskerk Meerbeke (Monument 04-05-1944)
- Pastorie (Monument 12-05-1947)
- Neigembos (Landschap 30-09-1974)
- Fonteintjesmolen (watermolen) (Monument 13-10-1986)
- Omgeving Fonteintjesmolen (Dorpsgezicht 13-10-1986)
- Halsesteenweg, kerkhof met muur en kerkplein met afsluiting (Monument 25-03-2000)
- Gemeentehuisstraat 1, woning (Monument 25-03-2000)
- Nieuwstraat 1, hoek Halsesteenweg, voormalige conciërgewoning Kasteel Van Vreckem (Monument 25-03-2000)
- Nieuwstraat 2, aan het kerkhof palende kloostervleugel (Monument 25-03-2000)
- Sint Berlindisstraat 1, éénlaagse woning (Monument 25-03-2000)
- Sint Berlindisstraat 3, hoek Nieuwstraat, woning (Monument 25-03-2000)
- Sint Pietersstraat 3, woning voormalige stoomchicoreifabriek De Munck (Monument 25-03-2000)
- Onmiddellijke omgeving kerk en kerkhof (Dorpsgezicht 25-03-2000)
Wandelen in Meerbeke
Wil je nog meer te weten komen over Meerbeke?
Klik hier en ontdek deze boeiende wandeling met heel veel extra info en foto’s en ga zelf op stap!
Contact informatie
Toerisme (dienst)
hospitaalkapel
Burchtstraat 44
9400 NinoveOpeningsuren
- Vandaag gesloten
- Morgen gesloten