Nienof zit in mijn vel!
Je voelt het in de stad aan alles: carnaval hangt in de lucht! Hoog tijd om ons op de bank te zetten met iemand bij wie carnaval door de aderen stroomt! Matty Van de Moortele streek in 2010 neer in Ninove en dompelde zich helemaal onder in het Ninoofse carnaval. Een ontdekkingstocht die hem nooit meer losliet.
Wij spraken met Matty over zijn liefde voor Ninove en carnaval en hoe hij die toont in zijn muziek én op zijn huid.
Matty, je staat ons te woord in ’t algemieën bekoest Nienofs, maar dat is niet je moedertaal?
“Dat klopt. Ik ben eigenlijk afkomstig uit het Gentse, Nazareth om precies te zijn. Ik streek neer in Ninove het jaar dat Prins Notjes werd aangesteld. Ik denk dat het 2010 was. Ja, als je lang genoeg meedraait in het carnavalswereldje reken je niet meer in jaren, maar in Prinsen (lacht). Ik kwam hier terecht na een bewogen jeugd en in Ninove vielen de puzzelstukjes in elkaar. Ik ontdekte al snel dat Ninove eigenlijk de stad is waar ik had moeten geboren worden, maar de ooievaar is waarschijnlijk wat te ver doorgevlogen (lacht). En het Ninoofs dialect ligt mij nauw aan het hart, ja. Ik doe mijn best, maar hoor zelf ook wel dat bepaalde zaken nog beter kunnen hoor.”
Wat spreekt je zo aan in Ninove?
“Ninove is een kleine en warme stad die echt leeft. Er is een grote samenhang onder de Ninovieters en dat zie je in veel dingen. Er zijn hier veel mooie en warme initiatieven en daar is carnaval volgens mij het hoogtepunt van. Het brengt mensen dichter bij elkaar. En hoewel de geschiedenis in Ninove minder zichtbaar is dan in steden als Gent, Brussel of Antwerpen, vind je hier toch ook mooie sporen van het verleden. Dat je daar hier meer naar op zoek moet gaan, maakt het des te mooier.”
Hoe kom je als buitenstaander in de Ninoofse carnavalswereld terecht?
“Goeie vraag (lacht). Via vrienden kwam ik op de prinsaanstelling van 2010 terecht. Ik was toen absoluut nog niet carnavalgek, maar engageerde me uiteindelijk wel als begeleider van één van de carnavalsgroepen tijdens de stoet. Later werd ik lid van De Zjielen. Hoewel ik niet van Ninove ben, werd ik daar nooit als buitenstaander behandeld. In het begin ervaar je wel een zekere terughoudendheid bij veel carnavalisten, die toch even de kat uit de boom kijken om te kijken welk vlees ze in de kuip hebben. Maar je wordt niet uitgesloten of buitengekeken, integendeel. De carnavalswereld is een heel uitnodigende en open gemeenschap. Na De Zjielen zat ik nog bij enkele andere carnavalsgroepen. Uiteindelijk ben ik in 2019 lid geworden van de Stedelijke Feestcommissie. Dat voelde voor mij echt als thuiskomen. De samenwerking met de leden vind ik heel verrijkend. Verschillende generaties komen er samen en het is vaak heel inspirerend om verhalen te horen van mensen die al decennialang bij het carnavalsgebeuren betrokken zijn.”
En het is een intussen ook een familiegebeuren? Want ook je vrouw Kelly is lid van de Stedelijke Feestcommissie.
“Dat klopt. De meeste agendapunten die op de vergaderingen aan bod komen, hebben wij al besproken aan onze keukentafel. Dat werkt gelukkig meestal heel goed (lacht), we zitten over heel wat zaken op dezelfde lijn. Kelly is in mijn zog in de carnavalswereld terechtgekomen. Het is erg leuk om als koppel een passie als carnaval te delen. We trekken er graag samen op uit om carnavalsverenigingen te bezoeken, carnavalsevenementen te ondersteunen en carnaval nog meer op de kaart zetten. We doen het allebei met evenveel enthousiasme. En er is ook geen discussie als ik te laat thuis ben na een carnavalsuitstap, we zijn namelijk altijd samen te laat thuis (lacht).”
Met je alter ego ‘Rondelleken’ maak je carnavalsmuziek?
“Absoluut, al ben ik zeker geen groot zanger. Het geheim zit hem in een goede technicus die mijn grootste onzuiverheden kan maskeren (lacht). Ik vind het fijn om een leuk carnavalsnummer aan de Ninovieters te geven. Ik probeer altijd een klassieker om te vormen tot iets nieuws. Door de herkenbare melodie zijn de liedjes heel toegankelijk en is iedereen meteen mee. De tekst krijgt uiteraard ook een remake, altijd helemaal in het Ninoofs. Zo maakte ik ooit ‘Bezze Geven' op Smells Like Teen Spirit van Nirvana. Mijn laatste carnavalsnummer is geen uitbundig feestnummer maar een emotionele ballad over hoeveel carnaval voor een carnavalist betekent. ‘In maujn ert boenkt et’ schreef ik op de muziek van The Sound of Silence van Simon & Garfunkel. Ik droom er trouwens van om ooit eens samen met Kelly een liedje te maken. Bij haar zal de technicus veel minder werk hebben dan bij mij (lacht).”
En heel je verhaal liet je ook vereeuwigen in een tatoeage?
“Heel mijn levensverhaal kan je lezen op mijn arm (toont fier zijn tatoeage op zijn linkerarm, red). 'Nienof' zit letterlijk in mijn vel (lacht). Die tatoeage is voor mij heel belangrijk, een kunstzinnige weergave van mijn leven. Ik ben afkomstig van Gent, vandaar de strop. Het kompas verwijst naar de lange zoektocht om mijn weg te vinden en uiteindelijk in Ninove neer te strijken. De Koepoort en de ridder verwijzen naar het verleden van de stad, op het schild van de ridder zie je ook een verwijzing naar het Wortelmanneke. Ook Dingsken, het monument voor de overleden carnavalist, staat op mijn arm. Daar ben ik erg trots op. Ik ben er zelfs toestemming voor gaan vragen bij de Prinsencaemere. Ik heb trouwens nog plannen om de tattoo verder uit te breiden. Maar die hou ik nog even geheim.”
Wij zijn heel benieuwd! We wensen je alvast een heel fijne carnaval, Matty.
Meer weten over carnaval?
Alle info vind je op ninove.be/carnaval