Project N-impact onder de loep

Sinds dit voorjaar kan je in de sociale stadshub De Mallaard ook N-impact terugvinden. Maar wat houdt dat project juist in? Wij gingen ons licht opsteken bij Ann-Sophie, coördinator van het hele project.

Ann-Sophie van project N-impact

Dag Ann-Sophie, kan je ons wat meer vertellen over N-impact?

“N-impact is een project dat zich richt op de meest kwetsbare mensen van 18 jaar en ouder. Dat zijn mensen die met verschillende uitdagingen in hun leven te kampen hebben. Denk bijvoorbeeld aan schulden, een verslavingsproblematiek of gezondheidsproblemen, die maken dat ze er niet aan toekomen om verdere stappen te zetten in hun leven. Ze kunnen hier een traject op maat volgen. We geven hen de tijd en ruimte om intensief aan hun randproblematieken te werken en zo hun capaciteiten te versterken.”

Klinkt als een mooi project. Hoe is het tot stand gekomen?

“De Denderstreek is een kwetsbare regio, onder meer door de hoge werkloosheid, de verslavingsproblematiek en migratie. Vorig jaar liep hier een ander project en daardoor hebben we des te meer gemerkt hoe belangrijk het is dat mensen op een veilige plek terechtkunnen. We werken nauw samen met de maatschappelijk werkers van het Sociaal Huis en merkten dat zij tot over hun hoofd in de dossiers zitten. Het ontbreekt hen simpelweg aan tijd en middelen om aan intensievere begeleiding te doen, hoewel dat voor sommige mensen of situaties wel nodig is. Die individuele aanpak kunnen we hen hier bieden. Momenteel doen we dat voor zo’n 25 personen.”

Zo’n individueel traject kan verschillende kanten uit?

“Klopt. Onder het project N-impact werken we met vier partners. Zo kan een deelnemer er bijvoorbeeld voor kiezen om zich eerst te focussen op zijn verslavingsproblematiek. Dan komt die bij vzw De Kiem terecht. Daarnaast kunnen ze ook fysiek aan de slag gaan. Dat kan hier in de atelierwerking van Groep Intro of op de zorgboerderij van Knipperkot vzw. Mensen die advies willen over solliciteren en de arbeidsmarkt, kunnen dan weer terecht bij Copact Coaching. Elke maand zitten we met alle partners en maatschappelijk werkers samen rond de tafel. We bespreken dan welke mensen baat kunnen hebben bij een traject bij N-impact en welke partners het best bij hen aansluiten. Iedereen die hier start, heeft recht op een leefloon, maar geen enkel traject is hetzelfde. Daarom luisteren we vooral naar de persoon zelf en welke uitdagingen hij of zij eerst wil aanpakken.”

Welke vaardigheden kunnen de deelnemers dan zoal ontwikkelen binnen hun traject?

“Hier in het atelier kunnen onze deelnemers aan de slag met bijvoorbeeld hout- of schilderwerk, maar er is ook een kook- en naaiatelier. Ook groenwerk of herstellingen op een schooltje behoren tot de mogelijkheden. Maar we maakten onlangs ook nog fietszakken en gordijnen voor wzc Klateringen. Nu zijn we onder meer de kerstversiering van de stad aan het opfrissen. Vorige jaren waren de 'cadeautjesvuilnisbakken' al te spotten in het straatbeeld tijdens de feestdagen. Dit jaar recupereren we die oude 'verpakkingen' en frissen we ze wat op. Alles wordt opnieuw afgeschuurd, geverfd … En hoe vervelend al dat schuren en verven soms ook wordt, iedereen blijft toch gemotiveerd. Binnenkort kunnen onze deelnemers door de stad lopen en met fierheid zeggen: ‘Kijk, dat heb ik gedaan’. Onderweg leren ze ook werken in een team, afspraken na te komen en verantwoordelijkheid op te nemen. Zaken die hen allemaal kunnen helpen.”

En wat na N-impact?

“Heel veel deelnemers komen hier toe met weinig zelfvertrouwen, door vele negatieve ervaringen. Wij proberen dat geloof in zichzelf stapje voor stapje op te bouwen. Er heerst vaak ook het gevoel dat er niet naar hen wordt omgekeken, maar niets is natuurlijk minder waar. Door de investeringen van de stad kunnen we dit project verderzetten, een teken dat er wel degelijk aandacht aan wordt besteed. Mensen op de arbeidsmarkt krijgen, is nooit het hoofddoel geweest, wél om hen uit het isolement te krijgen. We geven hen iets nuttig, een bezigheid, en bereiden hen zo goed mogelijk voor op het werkleven, maar soms merken we ook dat het moeilijker gaat en dan proberen we hen te oriënteren naar andere begeleiding of opvolging. We proberen hen vooral terug in de maatschappij te brengen en wat meer zelfredzaam te maken. Als dat er ook nog eens voor zorgt dat ze nadien niet meer afhankelijk zijn van een leefloon, is dit natuurlijk een winwin voor iedereen.”