Wonen in het paradijs
Wanneer we aankomen aan de Windschof in Lieferinge kijken twee mysterieuze beelden naar de grijze wolken die zich van de dag meester hebben gemaakt. Maar het grijs verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer Celine Borremans de deur opent. Wij spraken met Celine over haar kleine paradijs, haar kunst en de kleine dingen die het leven mooi maken.
Celine, bedankt om ons te ontvangen. Wat een prachtige omgeving!
“Met veel plezier! Het klopt dat we hier heel erg mooi wonen. Als mensen mij vragen waar ik woon, dan is het antwoord altijd ‘in het paradijs’ (lacht). Je kan er mee lachen, maar het is wel zo. We zijn hier omgeven door de wijdse natuur en de liefste buren die een mens zich wensen kan. Heerlijk om hier door het raam naar de tuin te kijken en de seizoenen te zien voorbij komen.”
Ben je oorspronkelijk van Ninove?
“Neen, ik ben van Zuun, een gehucht van Sint-Pieters-Leeuw. Mijn ouders waren bloemenkwekers en ik ben opgegroeid tussen de bloemen. Dat waren mooie tijden. Mijn moeder maakte ook huwelijksboeketten en kransen voor overlijdens. Ik herinner me dat ze ons streng op het hart drukte dat we serieus en stil moesten zijn als er zo’n rouwkrans werd opgehaald. Het mocht allemaal wat speelser wanneer er een zenuwachtige bruidegom het boeket voor zijn toekomstige kwam ophalen. Maar mijn moeder had altijd een wijsheid die ze elke jongeman meegaf: ‘Vermijd de eerste ruzie, want de tweede komt gemakkelijker en de derde komt vanzelf’. Het gezicht van veel van die jonge kerels was geld waard (lacht).”
Maar van Zuun ging het dan naar Brussel?
“Ja. Ik werkte in een ziekenhuis en leerde er een knappe jongeman kennen. Marcel werd uiteindelijk mijn echtgenoot. In 1965 trouwden we en vestigden ons in Sint-Jans-Molenbeek, waar Marcel zo’n 42 jaar zijn praktijk als huisarts had. In 2007 ging hij met pensioen en had ik eindelijk wat extra tijd om samen met hem door te brengen. We zijn ondertussen 58 jaar getrouwd en elk jaar nemen Marcel en ik een nieuwe versie van onze trouwfoto.”
En hoe ben je dan in Ninove terechtgekomen?
“We woonden in het drukke Molenbeek maar onze zoon kreeg op een gegeven moment gezondheidsproblemen. Op dokteradvies trokken we naar de buiten. Eerst huurden we iets in Denderwindeke, tot we dit huis op de Windschof konden kopen in 1979. We brachten hier met veel plezier onze vrije momenten door. De kinderen integreerden in het dorp, gingen er spelen met vriendjes en hadden een prachtige jeugd. Na Marcels pensioen vestigden we ons definitief in Lieferinge.”
Celine, jouw grote passie was beeldhouwen. Hoe is dat zo gekomen?
“Ik ben iemand heel creatief en een bezige bij. Ik denk dat dat iets is dat ik van thuis heb meegekregen. Opgroeien tussen de bloemen en je moeder al die mooie bloemstukken zien maken. Het was een heel creatieve omgeving. Ik heb me eerst verdiept in keramiek aan de academie de Meiboom in Halle, waar ik in 1985 begonnen ben. Gaandeweg ging ik me steeds meer interesseren in beeldhouwen. Uiteindelijk ben ik toen lessen gaan volgen aan de academie van Anderlecht waar ik les kreeg van Jo Deblieck en Guido Van Vliet. Het beeldhouwen was voor mij echt een passie waar ik mezelf in kon verliezen. Uiteindelijk ben ik in 2000 gestopt met beeldhouwen. De reuma in mijn handen weerhield me ervan om nog langer de vormen uit de steen te halen. Je mag immers niet onderschatten hoe zwaar werk het is. Met pneumatische hamers, slijpschijven, hamers en beitels. Je moet heel wat werk verzetten voor de steen zich uiteindelijk gewonnen geeft. Het was ook een mannenwereld. In mijn klas waren we maar met twee vrouwen. Ik heb dus onmiddellijk besloten: hier moet ik mijn mannetje staan. Ik ben nog steeds trots dat ik in 2000 heb deelgenomen aan het kunstparcours in Brussel ter ere van Wereldvrouwendag.”
Het zijn ook niet meteen kleine beeldjes die je maakte?
“Neen, ik heb altijd wel een zwak gehad voor het monumentale. Het geeft ook voldoening om die grote blokken klein te krijgen. Maar er zijn natuurlijk altijd wel wat hulpmiddeltjes. Marcel maakte in de tuin een katrol om de stenen op te hijsen. Twee beelden waar ik erg trots op ben staan hier voor onze deur. Ze kijken over de Lieferingse velden en stellen Adam en Eva voor. Hier in de tuin staat ook een bas-reliëf van de Wierookbrandster, die gemaakt werd naar een origineel uit de Griekse oudheid. Soms deed ik het ook mezelf aan. In een museum zag ik ooit een klein ivoren amuletje, slechts enkele centimeters groot. Ik nam er een foto van en maakte vervolgens mijn eigen versie, die natuurlijk veel groter was (lacht).”
En ondertussen heb je andere uitlaatkleppen gevonden?
“Ja. Opnieuw die bloemen uit mijn jeugd denk ik. Vandaag breng ik veel tijd door in onze tuin. De fruitbomen verzorgen, de borders beplanten en het onkruid bijhouden. Het is allemaal wel wat werk, maar als je dan daarna in een stoel gaat zitten en kijkt naar hoe mooi de tuin is, dan waan je je helemaal in het paradijs. Her en der in de tuin staan ook nog wat beeldhouwwerken. Zo geniet ik nog meer van de tuin.”
En hier in Lieferinge zijn Marcel en jij zeker geen onbekenden?
“Oh neen. We zijn heel erg actief in het buurtleven. Als er iets te doen is in het buurthuis van Lieferinge zijn we altijd van de partij. Ik maak met veel overgave chocolademelk met Pasen, sinterklaas of de zwerfvuilactie. En met de jaarlijkse barbecue beman ik de saladebar. Vorig jaar werd ik ook nog lid van de Ninoofse ijsberen De Kikkertjes. Ik heb spijt dat ik er 79 jaar mee gewacht heb (lacht).”
Ik veronderstel dat we jou en Marcel hier niet meer weg krijgen?
“We hebben hier alles wat we moeten hebben. Natuur, rust en veel lieve mensen om ons heen. Nog voor geen miljoen krijgen ze ons hier weg!”